Archiefcategorieën: | 4 Bedrijven, instellingen, organisaties, verenigingen 4.5 Bedrijven en economische instellingen |
Archiefcategorieën: | 3 Personen en families |
Nummer | 055 |
---|---|
Naam | Familie Van Well en De Spar, (1863) 1879 - 2008 |
Periode | (1863) 1879 - 2008 |
-
Samenvatting
-
Het archief bevat stukken van de familie Van Well, het grossiersbedrijf en van dat bedrijf binnen De Spar. De Spar-organisatie is in 1932 door A.J.M. van Well sr. te Zoetermeer-Zegwaart opgericht.
-
-
Geschiedenis van het archief
-
A.J.M. van Well jr. (1928-2012) was een verwoed verzamelaar van dat wat in zijn hart was besloten: de historie van familie en bedrijf. Hij was het ook die midden jaren 1970 in het distributiecentrum van grossierderij A.J.M. van Well BV te Zevenhuizen een Sparmuseum oprichtte. En als er bij een gestorven familielid brieven weggegooid dreigden te worden, bewaarde hij deze.
De werkkamer van Aad in het huis en het daarnaast gelegen ‘koetshuis’ te Rotterdam-Hillegersberg waren zijn persoonlijk domein. Daar stonden overal dozen en stapels erfgoed van de familie, de bedrijven en de Spar. Zijn grote vrees was dat na zijn dood alles weggegooid zou worden, anderen deelden zijn passie immers niet.
Door contacten met Ronald Grootveld en Ton Vermeulen van het Historisch Genootschap Oud Soetermeer (HGOS) en het Gemeentearchief Zoetermeer (GAZ) ontstond het idee om al dat materiaal veilig te stellen en daar mogelijk een boek uit te distilleren.
Vanaf 2000 begon het archiefmateriaal naar het HGOS te komen. Maar het kostte Aad van Well moeite om alles los te laten. Dus nam hij eerst alles door, maakte voor ieder die mogelijk geïnteresseerd zou zijn kopieën –voor elk stond een aparte doos klaar- en bezorgde dan één van die dozen of plastic zakken met spullen bij ondergetekende thuis. Ook de andere ontvangers kregen hun stukken en droegen deze vervolgens over aan het HGOS, waardoor de selectie aldaar van het totaal ongeordende materiaal vooral bestond in het herkennen en weggooien van veel dezelfde kopieën. En overal op en bij de stukken werd commentaar en extra info gevonden, wel altijd met de ondertekening ‘A.J.M. van Well geb. 1928’.
Zijn vader, A.J. M. van Well sr. (1898-1967), was de oprichter van De Spar, een organisatie van zelfstandige kruideniers onder een grossier. Van Well was zeer weliswaar zeer invloedrijk, maar hij was slechts één van de 14 grossiers binnen de uiteindelijke Nederlandse Spar. Het archief is daar ook een afspiegeling van: veel over familie en het grossiersbedrijf, weinig over de landelijke of internationale Spar.
Een ander deel van het bedrijfsarchief Van Well/Spar was via het distributiecentrum Zevenhuizen na overname in 1985 in het distributiecentrum Schuitema/C1000 te Woerden terecht gekomen. Dat archiefmateriaal is op verzoek van A.J.M. van Well in 2002 overgedragen aan het GAZ. Het betrof vooral Sparperiodieken en ook (ingelijste) stukken uit het voormalige Sparmuseum te Zevenhuizen.
Deze twee delen vormen het onderhavige archief, dat veel karakteristieken heeft van een ‘collectie’. Toch bevinden zich hierin series uit het Sparbedrijf, is van veel familieleden materiaal bewaard en geeft het een goed beeld van het reilen en zeilen van een grossiersfamilie. Al dit materiaal stond aan de basis van de publicatie ’75 jaar Spar’ uit 2007.
De nummers 298 en 299 werden in 2020 aan het HGOS geschonken. Het HGOS heeft deze bestanddelen vervolgens aan het Stadsarchief Zoetermeer geschonken.
-
-
Verwante archieven
-
Het oud-archief van de landelijke Spar, de Spar Centrale gevestigd te Amsterdam, is bewaard gebleven door de inspanningen van dhr W. van Woerden, die het in een loods te Alkmaar liet opslaan. In 2007 is dit door bemiddeling van ondergetekende aan het Nationaal Archief in Den Haag overgedragen, nadat het Stadsarchief Amsterdam het had geweigerd.
In archief 040 bevinden zich stukken van de familie van Well.
-
-
Geschiedenis van de archiefvormer
-
Het Hollandse tweelingdorp Zoetermeer-Zegwaart stond rond 1930 vooral bekend als boterdorp. Een zestigtal boterboeren reisden de omliggende steden af om huis aan huis hun zuivel te verkopen. Volgens de stedelingen lag het dorp er idyllisch bij: een wereld waar je even op adem kon komen, zonder moorddadige automobielen en motorfietsen en met geboende stoepjes en hagelwitte gordijntjes voor de ramen. Toch had het dorp al 4500 inwoners en een groot aantal mensen werkte in de handel en de nijverheid.
Een van die handelaren was grossier in levensmiddelen Adriaan J.M. van Well. Zijn opa had zich al in 1880 in Zegwaart gevestigd en breidde zijn handel in wijn en gedistilleerd uit met kruidenierswaren. Zoon Louis nam in 1894 de zaak over en blijkbaar boerde hij zo goed dat er geld beschikbaar kwam voor andere investeringen: woningen, pakhuizen in Rotterdam en zelfs een aardewerkfabriek in Hazerswoude langs de Oude Rijn. Uiteindelijk moest hij in de jaren 1920 alle bezittingen verkopen. De winkel en groothandel gingen over naar zijn zoon Adriaan.
Adriaan J.M. van Well trouwde als 1,82 meter lange 26-jarige met Bertha Wubben. Haar vader had de middelen om de droom van zijn schoonzoon te laten uitkomen, namelijk de grossierderij uitbouwen. Een jaar na hun huwelijk begon in 1926 de bouw van een groot pakhuis achter op het erf van hun woonhuis en winkel aan de Dorpsstraat in Zegwaart. De beurskrach van 1929 veranderde echter de positieve kijk op de economie. De werkloosheid steeg, de omzetten van zijn klanten de kruideniers daalden. Het grootwinkelbedrijf en de coöperaties groeiden snel en namen bij hem geen goederen af. Veel zelfstandige kruideniers kochten soms bij zes grossiers, vaak op de pof, en tweewekelijks voor niet meer dan fl. 16,-. Adriaan liet zich wel eens ontvallen: ‘Van de ene helft van mijn klanten kan ik niet slapen, omdat ze niet betalen. Van de andere helft kan ik niet eten, omdat ze zulke lage prijzen bedingen’.
De Spar
Adriaan zocht andere wegen om het hoofd van zijn klanten en daarmee de zijne boven water te houden. Gefascineerd was hij door Henry Ford die samenwerkte met dealers en tegelijk een goede service kon geven, maar de levensmiddelenbranche zat anders in elkaar. De oplossing kwam toen hij in een artikel van J. ten Doesschate las over de ‘voluntary chains’, de vrijwillige filiaalbedrijven, waarvan de IGA in de USA het grote voorbeeld was. Grossiers en kruideniers werkten daarbij samen: gezamenlijke inkoop, lagere kosten en meer tijd voor de verkoop. Na eerst een vragenlijst aan zijn belangrijkste klanten te hebben gestuurd, nodigde Adriaan van Well ze op een avond uit. Zestien van hen werden overgehaald samen te gaan werken met hun grossier en op 1 juli 1932 was De Spar geboren.
De eeuwig groene spar stond voor de voorspoed van organisatie en haar leden, maar zo eenvoudig ging het niet in het begin. Collega-grossiers zagen Van Well als verrader en Adriaan en de grossiers die meegingen in De Spar werden uit de Grossiersbond geweerd. Fabrikanten luisterden naar de andere grossiers, vreesden een nieuw machtsblok en weigerden producten te leveren. Maar tegen alle tegenwerking in stegen de omzetten van de Spargrossiers en het aantal leden-kruideniers werd groter. De besturen van de diverse rayons, waar een grossier de leider was, kweten zich gewetensvol van hun taken, maar enthousiast werden ze vooral als ze zich bezighielden met een belangrijk onderdeel van hun kruideniersvak, namelijk inkopen. Onder het genot van een sigaar werd langdurig vergaderd over de beste en goedkoopste lucifers, Patria en Victoria kaakjes, Koopmans meel, Persil en Dobbelmanzeep, haringen en Sunlight. Unilever was de kwaaie pier in de jaren 1930: die had zich erg negatief opgesteld en had bovendien ook nog eigen winkels, waardoor de meeste Sparbestuurders geen goederen van Unilever wilden betrekken. De winkeliers werden telkens aangespoord in te kopen bij De Spar, gezamenlijke reclame te voeren en De Spar uit te dragen. Het grootwinkelbedrijf als De Gruyter en Albert Heijn werd daarbij gezien als de gevaarlijke concurrent voor de zelfstandige kruideniers.
Landelijke groei
Al snel na de oprichting sloten zich andere grossiers bij Van Well aan, totdat bijna heel Nederland met uitzondering van Limburg door veertien rayons werd gedekt. In 1935 richtten ze samen de NV Spar Centrale op, die in Amsterdam werd gevestigd. Van Well bracht merknaam De Spar in en kreeg daarvoor een percentage van de omzet en hij werd president-commissaris. De grossiers vergaderden regelmatig en behalve de algemene belangen waren ze net als in de rayons het meest op dreef als er over de inkoop werd gesproken, al ging dat dan over grotere partijen: 185.000 blikken busgroenten, 25.000 busjes cacao, 50.000 kilo exquise zeep van Dobbelman en 7000 emmers en dweilen. Ook werkten ze aan de gezamenlijke reclame, zoals die van de serviezen, waarvan de consument er meer dan 30.000 stuks bij elkaar spaarde. Zegels werden geïntroduceerd als antwoord op de prijskortingen van de grootwinkelbedrijven. In 1934/35 kwamen landelijk de eerste producten onder de Sparnaam, zoals koffie, jam, bonbons en busgroenten. De vele losse artikelen werden afgewogen en in papieren zakken verpakt met naam en logo van De Spar erop.
communicatie
Voor de communicatie en reclame werden diverse middelen ontwikkeld. Wekelijks viel bij de klant de Spar Krant in de bus, rondgebracht door de actieve kruideniers. Deze werd centraal geregeld maar per rayon konden de voordeelbonnen ofwel aanbiedingen verschillen. Ook kon de winkelier op een lege ruimte zijn eigen stempel zetten. Daarnaast bevatte de Krant diverse rubrieken, een feuilleton, recepten, handwerkpatronen en raadgevingen over opvoeding en huishouden. Oom Henk beantwoordde alle vragen van de jeugd, die wekelijks de avonturen van Sparjongen Pé kon volgen.
Kruideniers kregen van hun grossier de Weekberichten, die op hun beurt dagelijks Bulletins van de SparCentrale ontvingen. Vanaf maart 1936 ontvingen de winkeliers de Sparketting, een soort maandelijks handboek waarin ze werden opgevoed tot Sparwinkeliers. Kernwoorden waren daarbij winkel en vakbekwaamheid. De nadruk werd gelegd op een voorgevel met Sparnaam- en logo. Cursussen etaleren en lakschrijven verschenen jarenlang en in artikelen werd gehamerd op het verspreiden van de SparKrant en hoe de klant benaderd moest worden. Inzicht in het eigen bedrijf was natuurlijk slechts mogelijk met een goede boekhouding. De SparCentrale kwam vanaf 1938 zelfs met haar eigen boekhoudbureau.
Koning, keizer, …
Het aantal takken aan de Sparreboom groeide uit tot zo’n 2200 stuks in 1939, inclusief aspirantleden. Het bleven echter zelfstandige winkeliers die een groot deel van hun inkopen buiten de Spar bleven doen; in 1934 zou dat percentage boven de 90% hebben gelegen. Toch steeg de omzet van de gezamenlijke grossiers van fl. 6,67 miljoen in 1935 naar fl. 7,7 miljoen drie jaar later, en dat in een periode van economische malaise.
Het leek een jaar later erger te worden. Met de Duitse inval in Polen begon de Tweede Wereldoorlog. Nederland dacht neutraal te blijven, net als in de Eerste Wereldoorlog, maar er werd wel een uitgebreid distributiesysteem opgezet, dat na de bezetting in mei 1940 werd vervolmaakt. Koning Klant verdween, de winkelier werd keizer. De zelfstandige winkelier was daarbij in het voordeel boven de centraal geleide filiaalchef van het grootwinkelbedrijf. Hij kon zijn winkeldochters opruimen, had grotere voorraden en wist overal goederen te regelen en te ritselen. De consument wilde – het liefst in de buurt- zo veel mogelijk kopen en de prachtige verder weg gelegen winkel en reclame van het grootwinkelbedrijf deden er niet meer zo toe.
Tussen 1938 en 1943 steeg de omzet van De Spar met 70%. Dit wilde niet zeggen dat de SparCentrale achterover kon leunen. Fabrikanten leverden liever kleine partijen en waren weer afhankelijk van grondstoffentoewijzingen. Veel surrogaten kwamen op de markt om de kooplust te bevredigen, maar deze moesten continue worden gecontroleerd op kwaliteit. Importen kostten veel hoofdbrekens. Daarnaast nam het aantal (overheids)organen toe, die tot vele vergaderingen leidden. Zoveel mogelijk werd nog getracht reclame te maken voor De Spar, ook toen onder meer de Sparketting en Krant wegens papierschaarste het veld moesten ruimen.
De grossiers hadden het ook buiten de inkoop zwaar. Hun auto’s werden gevorderd, paard en wagen hadden slechts een actieradius van 20 kilometer per dag. Daardoor kon een aantal klanten slecht of helemaal niet meer bevoorraad worden. In januari 1944 brandden twee loodsen bij Van Well af, waarbij alle paarden omkwamen. Een geallieerd bombardement legde het bedrijf van H. Holland te Roosendaal in puin en ook een aantal winkeliers leed oorlogsschade.
Nieuwe tijden
Ook na de bevrijding in mei 1945 bleef de distributie bestaan en werd heel langzaam afgebouwd om de economie in het gareel te houden. Het aantal Sparkruideniers was door problemen met bevoorrading en natuurlijke sanering achteruitgegaan: in 1947 waren er 1439 leden. Deze winkeliers waren echter sterker uit de oorlog gekomen dan het grootwinkelbedrijf, maar de SparCentrale benadrukte telkens weer dat de zelfstandige ondernemers hun mouwen moesten opstropen voor de consument die langzaam weer Koning Klant werd. Reclame, sparzegels en kwalitatief personeel moesten de klant ook in de toekomst binden. En hoewel de zelfbedieningswinkel wel werd bediscussieerd, kreeg het geen prioriteit. De artikelen gingen voorlopig vooral nog over de toonbank.
De toekomst zag er rooskleurig uit. Zelfs internationaal werd De Spar opgericht. Maar de moderne tijd met haar vele veranderingen kondigde zich aan. Niet voor niets kreeg oprichter Adriaan van Well bij het 20-jarig bestaan van De Spar een heuse televisie aangeboden!
Slopen en bouwen
De Spar Zoetermeer groeide zo hard dat het terrein achter Dorpsstraat 178 veel te klein werd. De vrachtwagens werden almaar groter en konden de draai in de poort bijna niet meer maken. Rond 1970 lukte het niet om in Zoetermeer een geschikte plaats te vinden, in Zevenhuizen bleek dat geen probleem. Drie jaar later werd daar een voor die tijd enorm pakhuis in bedrijf genomen van 5500 m2. De Van Well-distributiecentra van Zoetermeer, Loosduinen en Rotterdam werden daarin ondergebracht.
In Zoetermeer verdwenen in 1975 de oude pakhuizen en de woonhuizen met voormalige winkel aan de Dorpsstraat, na vele jaren touwtrekken met de gemeente. Uiteindelijk mocht een grote nieuwe Sparsupermarkt met parkeerterrein op de oude plek worden gebouwd, die een jaar later op 23 juni door wethouder A. Nagtegaal feestelijk werd geopend.
Ook deze verhuisde uiteindelijk weer, nu naar winkelcentrum De Vlieger in Rokkeveen, en het winkelpand werd opnieuw gesloopt. Na wederom jaren van overleg ging anno 2006 de eerste paal de grond in voor de bouw van een complex van winkels met woningen: de nieuwe oostpoort van de Dorpsstraat aan het Lagereinde, Hovestein geheten. Er was zelfs even sprake van dat in een van de winkels een Spar zou worden gevestigd; het is gebleven bij een kleine permanente expositie van Sparkunst.
Fusies
Ondertussen was onder de oorspronkelijke veertien grossiers in de jaren ’70 een fusiegolf ontstaan. In 1985 boden de familieleden Van Well hun Sparaandelen aan de firma Schuitema, van de C1000, aan. Andere grossiers verkochten hun aandelen in de Spar aan Unigro. De laatste verwierf in de jaren ’90 alle Sparaandelen maar werd op haar beurt onderdeel van het Laurusconcern (Konmar). In 2002 is de Spar onder de vleugels van de Sperwer gekomen, waarbij 10% van de aandelen in handen kwam van de Spardetaillisten.
Literatuur: Vermeulen, Ton en Marieke van Helvoort-Segerink. 75 jaar Spar, van Zegwaart tot Beijing. Rotterdam, A.J.M. van Well 2007
-
-
Verantwoording
-
De stukken kwamen over een periode van tien jaar in volkomen ongeordende staat binnen. Het deel uit het Spar/C1000 distributiecentrum te Woerden bevatte onder meer enkele series aan Sparperiodieken, zoals de Sparketting en de Weekberichten. Uit het koetshuis en de werkkamer van dhr. Aad van Well kwamen losse stukken van het bedrijf en de familie. Bij binnenkomst van een zak of doos werd een eerste selectie gemaakt bij het Historisch Genootschap Oud Soetermeer: een grove indeling in rubrieken en de verwijdering van de vele kopieën. Vervolgens ging het materiaal naar het Gemeentearchief Zoetermeer, waar het werd vergeleken met de reeds daar naar toe gebrachte stukken. De geselecteerde stukken werden ingevoegd.
In juli 2014 zijn alle stukken nogmaals bekeken, voor de laatste maal geschoond van kopieën en dubbelen, ontdaan van ijzer, fotolijsten en plastic en verpakt in zuurvrij materiaal.
De stukken van de familie en de grossierderij zijn zo nauw met elkaar verweven dat deze in één archief zijn ondergebracht. Zelfs in persoonlijke brieven schreef men altijd wel over de zaak. Daarom komen ook zakelijke gegevens tussen de persoonlijke stukken voor. Wel zijn de landelijke en internationale Spar-stukken zo veel mogelijk apart beschreven.
Van de oorspronkelijk 23 m1 aan archief is na bewerking 10 m1 verpakt en in augustus 2014 beschreven door Ton Vermeulen.
-
-
Voorwaarden voor raadpleging en reproductie
-
Voorwaarden voor raadpleging
-
Het archief is volledig openbaar.
-
-
Voorwaarden voor raadpleging
-
Inventaris